Maagklachten

In het kort

Maagklachten zijn problemen die u kunt hebben met uw maag. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Door de maagklachten kunt u ook last krijgen van andere klachten zoals misselijkheid, overgeven of een opgeblazen gevoel.

Maagklachten zijn problemen die u kunt hebben met uw maag. Dit kan verschillende oorzaken hebben, zoals:

  • Veel eten
  • Roken
  • Alcohol
  • Buikgriep
  • Te vet eten
  • Overgewicht
  • Hoesten
  • Een verstopping
  • Een bacterie die een maagzweer kan veroorzaken
  • Spanning
  • Angst
  • Stress
  • Het drinken van koffie
  • Sterk en gekruid eten
  • Het eten van chocolade
  • Het eten van pepermunt
  • Dranken met koolzuur
  • Zure dranken
  • Het eten of drinken van citrusvruchten

Als u maagklachten heeft, kunt u:

  • Pijn in uw bovenbuik hebben
  • Last hebben van oprispingen
  • Last hebben van maagzuur
  • Een opgeblazen gevoel in uw buik
  • Misselijkheid
  • Overgeven
  • Snel vol raken

Er zijn een aantal dingen die u zelf kunt doen bij maagklachten, zoals:

  • Eet met regelmaat
  • Eet voldoende vezels
  • Drink minimaal 1,5 tot 2 liter water per dag
  • Eet geen voeding dat u niet kan verdragen
  • Drink geen alcohol
  • Drink geen dranken met cafeïne
  • Eet niet te vet en te veel
  • Drink geen koolzuurhoudende dranken
  • Beweeg voldoende
  • Slaap een week lang met uw hoofduiteinde omhoog. Doe dit door een paar extra kussens op elkaar te stapelen. Maagzuren, boeren en andere maagklachten kunnen hierdoor verminderen of verholpen worden.
  • Verlies gewicht als u te zwaar bent
  • Verminder uw stress en praat met iemand als u zich angstig of somber voelt. Ga samen na wat u kan helpen om dit te verminderen of te verhelpen.
  • Zorg ervoor dat u voldoende slaap en als dit niet lukt, raden wij u aan om contact op te nemen met uw huisarts
  • Neem medicijnen tegen de maagklachten in als u deze voorgeschreven heeft gekregen

In de volgende situaties raden wij u aan om meteen contact op te nemen met uw huisarts:

  • Als uw ontlasting donkerzwart is
  • Als u bloed braakt
  • Als u bloed bij uw ontlasting heeft
  • Als de pijn niet meer te verdragen is
  • U flauwvalt en/of erg suf wordt
  • Als de klachten niet overgaan
  • Als de klachten niet veranderen
  • Als de klachten niet verergeren