Slaapproblemen

Een goede nachtrust zorgt ervoor dat u lichamelijk en mentaal kunt bijkomen van de dag. U rust uit doordat u goed slaapt, omdat u in die tijd gebeurtenissen, emoties en ervaringen kunt verwerken. Een goede nachtrust houdt in dat u goed in slaap kan komen en goed kan doorslapen. Daarbij wordt u ook uitgerust wakker. ‘S nachts een aantal keer wakker worden is niet erg, zolang u weer makkelijk in slaap kunt komen. Iedereen heeft een slaap- en waakritme en dat bepaalt wanneer u wakker bent en wanneer u slaapt.

Bepaalde factoren hebben invloed op uw slaap. Dit zijn factoren zoals:

  • Hoe goed u in uw vel zit.
  • Hoeveel rust u in uw hoofd heeft.
  • Hoe goed u heeft kunnen ontspannen overdag.
  • Hoe moe u bent.

Als u slecht slaapt, kan het zijn dat uw slaap- en waakritme verstoord is of dat u emotionele klachten of lichamelijke klachten heeft.

Als u last heeft van slaapproblemen kunt u de volgende klachten ervaren:

  • Moeite met in slaap komen.
  • Lang wakker liggen.
  • Vaak wakker worden.
  • Vroeg wakker worden.

Er wordt van slaapproblemen gesproken als u meer dan 2 keer per week een slechte nachtrust heeft en daardoor overdag problemen ervaart. Door bovenstaande klachten voelt u zich overdag moe, slaperig, futloos en prikkelbaar. Ook komen concentratieproblemen sneller voor na een slechte nachtrust.

Om slaapproblemen op te lossen en te voorkomen, kunt u de volgende adviezen opvolgen:

  • Probeer iedere dag op een vaste tijd naar bed te gaan. Houd elke dag hetzelfde ritme aan en sta gelijk op als u in de ochtend wakker wordt.
  • Slaap niet overdag. Dit zorgt ervoor dat u in de avond meer moeite kan ervaren met in slaap komen. Als het u niet lukt, doe dan maximaal 1 keer per dag voor 15:00 uur een dutje van niet langer dan een kwartier.
  • Ga overdag vaker naar buiten. Hierdoor ziet u overdag veel daglicht en valt u ’s avonds makkelijker in slaap.
  • Beweeg regelmatig. Door uw lichaam moe te maken, lukt het beter om in slaap te komen. Doe dit liever niet in de uren voordat u gaat slapen, aangezien dit u juist wakker kan houden.
  • Zorg voor een goede slaapomgeving. Dit kan door een goede temperatuur aan te houden in de slaapkamer. Maak de kamer donker en zorg ervoor dat het stil is. Eventueel kunt u oordoppen en een slaapmasker gebruiken hiervoor.
  • Drink geen cafeïne. Dit zit vooral in dranken zoals cola, energydranken, thee en koffie. Probeer in plaats hiervan dranken te drinken zonder cafeïne.
  • Vermijd zware maaltijden voor het slapen. Hierdoor blijft uw lichaam wakker, omdat u de maaltijd moet verwerken. Als u honger heeft, blijft u ook wakker dus u kunt eventueel wel iets kleins eten voor u gaat slapen.
  • Kijk voor het slapen niet op een scherm. Dit blauwe licht zorgt er namelijk voor dat u langer wakker ligt.
  • Drink geen alcohol voor het slapen. Hierdoor valt u wel sneller in slaap, maar u wordt eerder wakker en slaapt minder diep.
  • Gebruik uw bed alleen om in te slapen en niet om in te werken of te ontspannen overdag.

Neem contact op met uw huisarts als uw slaapproblemen lang aanhouden.

Neem contact op met uw huisarts als uw slaapproblemen worden veroorzaakt door fysieke of mentale klachten, zoals een depressie, angst of slaapapneu. De huisarts kan u in dat geval doorverwijzen naar een specialist.