Hepatitis C
-
Als u bent besmet met het hepatitis-C virus, krijgt u een ontsteking van de lever. Het hepatitis C-virus wordt voornamelijk overgedragen via bloed. Onder drugsgebruikers die drugs inspuiten, komt de ziekte veel voor. Dit gebeurt doordat zij gezamenlijk gebruik maken van dezelfde besmette injectienaald. Vroeger kwam het vaak voor bij transfusies met besmet bloed of besmette producten zoals naalden of chirurgische instrumenten.
Daarnaast kan besmetting voorkomen via onbeschermd seksueel contact, voornamelijk bij mannen die seks hebben met mannen. Als u ooit een hepatitis C-infectie heeft gehad, bent u niet immuun. Zodra u weer opnieuw in contact komt met het virus, kunt u opnieuw besmet raken. Er bestaat geen vaccin tegen hepatitis C. Wel kan 90% van de patiƫnten genezen van hepatitis C, als zij medicijnen hiervoor krijgen.
-
Er zijn twee verschillende soorten hepatitis C:
- Acute hepatitis C. Wanneer u bent besmet met het hepatitis C-virus, is er niet altijd aanleiding voor symptomen. Bij ongeveer 20% van de besmette volwassenen geneest de leverontsteking, veroorzaakt door een hepatitis-C infectie, vanzelf. Maar een klein gedeelte met acute hepatitis C ervaart klachten, zoals:
- Vermoeidheid.
- Misselijkheid.
- Overgeven.
- Weinig eetlust.
- Griep.
- Gewrichtspijn.
- Pijn aan de rechterkant bovenin de buik.
- Geelzucht.
- Donkere urine.
- Licht gekleurde ontlasting.
- Chronische hepatitis C. Bij 80% van de mensen die besmet zijn met het hepatitis C-virus gaat de acute ontsteking over in een chronische leverontsteking. Deze infectie blijft langer dan zes maanden en kan in verloop van tijd de lever aantasten. Daarom is het belangrijk om regelmatige controles te doen. De meeste mensen ervaren geen klachten of zijn alleen wat moe. Klachten waar u last van zou kunnen hebben, zijn:
- Vermoeidheid.
- Zich zwak voelen.
- Concentratieverlies.
- Gewichtsverlies.
- Geelzucht.
- Verwardheid.
- Vocht in de buik.
- Acute hepatitis C. Wanneer u bent besmet met het hepatitis C-virus, is er niet altijd aanleiding voor symptomen. Bij ongeveer 20% van de besmette volwassenen geneest de leverontsteking, veroorzaakt door een hepatitis-C infectie, vanzelf. Maar een klein gedeelte met acute hepatitis C ervaart klachten, zoals:
-
Om besmetting van anderen te voorkomen als u hepatitis C heeft:
- Meld aan uw omgeving dat u besmet bent met het hepatitis-C virus.
- Zorg dat anderen niet in contact komen met voorwerpen waar bloed aan zit, zoals tandenborstels, scheermesjes, tampons, naalden of spuiten.
- Bij anale seks en tijdens menstruatie is de kans dat u hepatitis C aan anderen overdraagt groter. Gebruik dan een condoom.
Om de genezing van hepatitis C te bevorderen, kunt u de volgende adviezen opvolgen:
- Vermijd het drinken van alcohol.
- Houdt u aan een gezond dieet.
- Uit onderzoeken is gebleken dat zwarte koffie een gunstige invloed heeft op de lever. Vier koppen koffie per dag werken beschermend voor leverkanker.
- Thuisblijven is niet nodig, u heeft bij dagelijkse activiteiten geen kans op besmetting.
Om de kans op hepatitis C te verkleinen:
- Gebruik geen tandenborstels, scheermesjes, tampons, naalden of spuiten van iemand anders.
- Wees voorzichtig bij kappers, voornamelijk in niet-westerse landen.
- Let bij het zetten van een tatoeage op dat de naalden, die worden gebruikt, goed ontsmet of nieuw zijn. Ook bij het zetten van een piercing.
- Gebruik een condoom tijdens seks.
Als u bloedcontact gehad heeft met iemand die hepatitis C heeft:
- Zorg dat het eventuele wondje waaruit u bloedt, goed bloedt.
- Spoel met lauw stromend water.
- Ontsmet de wond daarna, dit kan met jodium.
- Contacteer uw huisarts.
90% van de patiƫnten genezen van hepatitis C, als zij medicijnen hiervoor krijgen. Neem dus contact op met uw huisarts als u verwacht met besmet bloed in contact te zijn geweest.
-
Neem contact op met de huisarts als u bloedcontact heeft gehad met iemand die hepatitis C heeft of zou kunnen hebben. Zodra de diagnose hepatitis C is vastgesteld bij uw huisarts, is de huisarts verplicht om dit te melden bij de GGD. Dit zorgt ervoor dat verspreiding van infectieziekten kunnen worden voorkomen.