Persoonlijkheidsstoornis
-
Er zijn veel verschillende soorten persoonlijkheidsstoornissen. Deze kunnen worden opgedeeld in drie types:
- Type A. Dit zijn mensen die op andere mensen als ‘vreemd’ kunnen overkomen. Ze leven vaak alleen en hebben weinig contact met anderen, waardoor zij ook niet snel hulp zoeken. Dit zijn stoornissen zoals: paranoïde persoonlijkheidsstoornis, schizo typische persoonlijkheidsstoornis en schizoïde persoonlijkheidsstoornis.
- Type B. Dit zijn mensen die moeite hebben met omgaan met hun emoties. Deze mensen kunnen erg impulsief zijn. Dit zijn stoornissen zoals: borderline persoonlijkheidsstoornis, narcistische persoonlijkheidsstoornis, antisociale persoonlijkheidsstoornis en theatrale persoonlijkheidsstoornis.
- Type C. Mensen die erg angstig zijn vallen hieronder, deze mensen zijn vaak bang om relaties aan te gaan of om mensen te verliezen. Ze hebben vaak moeite met zelfstandigheid. Dit zijn stoornissen zoals: ontwijkende persoonlijkheidsstoornis, afhankelijke persoonlijkheidsstoornis en dwangmatige/obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis.
-
Afhankelijk van de soort persoonlijkheidsstoornis krijgt u last van klachten. Voorbeelden van klachten bij een type A persoonlijkheidsstoornis zijn:
- Verwaarlozen van verantwoordelijkheden.
- Twijfelen aan de loyaliteit van mensen in de directe kringen.
- Bang zijn om iemand te vertrouwen.
- Weinig interesse in anderen.
- Geen inlevingsvermogen.
- Kil zijn.
- Angstig en achterdochtig zijn.
Voorbeelden van klachten bij een type B persoonlijkheidsstoornis zijn:
- Moeite hebben met grip krijgen op uw emoties.
- Wantrouwend gedrag vertonen.
- Mensen op afstand houden.
- Niet goed weten wat je voelt of wie je bent.
- Jezelf vlak voelen als er gebeurtenissen gebeuren waar andere mensen, normaal gesproken, erg van slag van zijn.
- Zelfbeschadiging.
- Moeite met het behouden van vriendschappen of relaties.
- Heftige emoties hebben of juist een gebrek aan emoties.
- Gebrek aan empathie.
- Agressief gedrag.
- Graag in het middelpunt van de belangstelling staan.
Voorbeelden van klachten bij een type C persoonlijkheidsstoornis zijn:
- Overgevoeligheid voor afwijzing.
- Sociaal isolement.
- Wantrouwend zijn.
- Eenzaamheid.
- Erg bang zijn voor sociale situaties.
- Niet voor jezelf kunnen zorgen.
- Moeite met initiatief nemen.
- Moeite met het nemen van beslissingen.
- Streven naar perfectie.
- Koppigheid.
- Obsessief gedrag.
-
Een persoonlijkheidsstoornis is niet te genezen, maar u kunt wel leren om te gaan met de stoornis. U kunt de volgende dingen zelf doen bij een persoonlijkheidsstoornis:
- Bewegen. Zorg ervoor dat u minimaal een half uur beweging krijgt per dag.
- Voldoende slapen.
- Ritme aanhouden. Hou vaste bedtijden en momenten om bijvoorbeeld te eten aan.
- Goed eten.
- Vermijd drank en drugs.
- Ontspannen. Dit kan bijvoorbeeld door yoga of meditatie, maar ook wandelen of een boek lezen.
- Praten met naasten over uw gedachten en ervaring.
- Probeer zoveel mogelijk alles te doen. Door dingen te doen die u eng vindt, neemt de spanning juist af. Wat goed is om te weten is dat uw angst meestal na 60 tot 90 minuten vanzelf minder wordt.
Veel mensen die een persoonlijkheidsstoornis hebben, krijgen ook hulp van specialisten. Specialisten kunnen u adviezen meegeven specifiek voor uw behoeften en situatie.
-
Als u vaak denkt aan de dood, of plannen heeft om een einde te maken aan uw leven door uw persoonlijkheidsstoornis, bel dan direct de hulplijn 0900-0113 of uw huisarts.
U kunt behandeld worden voor een persoonlijkheidsstoornis bij uw huisarts, een praktijkondersteuner GGZ, een psycholoog of een psychotherapeut. Samen met de behandelaar kiest u de juiste behandeling. Die zou kunnen bestaan uit:
- Gesprekken.
- Gedragstherapie.
- Informatie verzamelen en online cursussen. U kunt worden aangeraden om informatie op te zoeken in zelfhulpboeken of deel te nemen aan online cursussen. Samen met uw behandelaar bespreekt u dan uw voortgang.
Als u medicijnen slikt tegen uw stoornis en de volgende klachten ervaart, neem dan contact op met uw huisarts:
- U heeft stemmingswisselingen. Bijvoorbeeld doordat u snel geïrriteerd raakt, verdrietig bent of agressief wordt.
- U voelt zich ziek.
- U heeft hoofdpijn.
- U heeft geen eetlust.
- U bent constant moe.
- U heeft slaapproblemen.
- U bent misselijk en moet braken en/of heeft diarree.