Krentenbaard

In het kort

Als u of uw kind krentenbaard heeft dan zitten er allemaal wondjes en ontstekingen op de huid. Daarnaast kunt u of uw kind de bacterie op een ander overdragen. Krab niet aan de krentenbaard en voorkom dat u eraan zit. Was uw handen zorgvuldig en meerdere keren op een dag.

 

Als u of uw kind krentenbaard heeft dan zitten er allemaal wondjes en ontstekingen op de huid. Deze zitten meestal op de neus, op de kin of rond de mond, maar ze kunnen over het hele lichaam ontstaan.  De wondjes lijken een beetje op krenten, vandaar de naam krentenbaard. Kinderen onder 12 jaar hebben er vaker last van, maar volwassenen kunnen er ook vatbaar voor zijn.

Krentenbaard wordt veroorzaakt door de stafylokok bacterie. Daar kunt u of uw kind drager van zijn, maar in de meeste gevallen krijgt u hier geen last van. Daarnaast kunt u of uw kind de bacterie op een ander overdragen. Dit gebeurt meestal via aanrakingen, via niezen of via hoesten. Krentenbaard is erg besmettelijk als de wondjes nog niet ingedroogd zijn. Vandaar dat vaak meerdere leden van één gezin, groep of klas er last van hebben.

Bij krentenbaard heeft u of uw kind de volgende klachten:

  • Een schaafplekje, wondje of eczeemplekje op uw huid. Krentenbaard ontstaat vaak op de plek waar al een beschadiging zit.
  • Samenvloeiende rode plekken, wondjes en blaasjes en uit de wondjes en blaasjes komt vaak gele pus
  • Geelbruine korsten op de wondjes en blaasjes die ingedroogd zijn
  • Jeuk
  • Gezwollen klieren in de hals als de krentenbaard in het gezicht zit

Er zijn een aantal dingen die u kunt doen om de bacterie zo min mogelijk op anderen over te dragen en de krentenbaard te verminderen. Zo raden wij u aan om:

  • Uw huid, wondjes en ontstekingen met rust te laten. Krab er niet aan en voorkom dat u eraan zit.
  • Uw handen zorgvuldig en meerdere keren op een dag te wassen. Zorg ervoor dat u uw handen daarna goed afdroogt.
  • Uzelf of uw kind goed te wassen met zeep. Droog uzelf goed af en zorg ervoor dat uw nagels geknipt zijn. Zo voorkomt u dat de bacterie onder de nagels komt te zitten.
  • Uw gezinsleden, groepsgenoten of de klasgenoten van uw kind in te lichten. Zij moeten hun handen ook regelmatig wassen om verspreiding te voorkomen.
  • Uw huis goed schoon te maken en te houden. Maak bijvoorbeeld de deurklinken of trapleuning extra vaak schoon.

Verder is het niet nodig om speciale ontsmettingsmiddelen te gebruiken. Deze werken niet beter dan zeep en zijn vaak duurder.

U moet naar uw huisarts als u vermoedt dat u of uw kind krentenbaard heeft. Uw huisarts kan dan een fusidinezuurcrème of een antibioticakuur voorschrijven. Deze zorgen ervoor dat de krentenbaard sneller geneest. Daarnaast adviseren wij u om naar uw huisarts te gaan als u of uw kind er vaker of lang last van heeft.