Infectie

Zodra een bacterie, virus of parasiet in u binnendringt en zich vervolgens vermenigvuldigt, spreekt u van een infectie. De infectie leidt niet altijd tot een ziekte. De betekenis van infectie en ontsteking worden vaak door elkaar gebruikt, maar de betekenis is niet hetzelfde. Bij een ontsteking reageert het lichaam op beschadiging van weefsel door bijvoorbeeld een snee of bacteriën. Een ontsteking is dus een reactie van uw lichaam op een infectie. Voorbeelden van veelvoorkomende infecties zijn:

  • Buikgriep. Dit komt door een infectie met een parasiet of bacterie in uw maag-darmkanaal.
  • Luchtweginfecties. Dit wordt veroorzaakt door een virus of bacterie, waardoor een keelontsteking of longontsteking kan ontstaan.
  • Urineweginfecties. Deze worden ook vaak veroorzaakt door een bacterie. Een voorbeeld van een urineweginfectie is een blaasontsteking.
  • Vaginale infecties. Dit zijn bijvoorbeeld soa’s die ontstaan door een virus of bacterie.

Overal in uw lichaam kan een infectie ontstaan.

De symptomen die u krijgt, hangen af van:

  • Uw afweersysteem.
  • Het aantal virussen, bacteriën of parasieten die zijn binnengedrongen in het lichaam.
  • De plaats waar de virussen, bacteriën of parasieten zijn binnengedrongen in uw lichaam.
  • Hoe erg de virussen, bacteriën of parasieten ziekteverwekkend zijn.

Bij een lokale infectie zijn de volgende klachten kenmerkend:

  • Zwelling.
  • Warmte.
  • Pijn.
  • Roodheid.
  • Functieverlies.

De infectie kan zich uitbreiden en zich in de bloedbaan verspreiden. Dan is er in uw hele lichaam sprake van een infectie. De klachten hierbij kunnen verschillen van je niet lekker voelen tot zeer ziek zijn met koude rillingen en koorts.

Als u last heeft van klachten door een infectie, kunt u de volgende adviezen aanhouden:

  • Drink voldoende. Hou hierbij 1,5 tot 2 liter water per dag aan en bij hoge koorts wordt aangeraden om meer te drinken om te voorkomen dat uw lichaam uitdroogt.
  • Leg een nat washandje op uw voorhoofd als u last heeft van koorts.
  • Slaap onder een dun laken en draag dunne kleding. Zo kan uw lichaam goed de warmte kwijt.
  • Neem voldoende rust. U hoeft niet heel de dag op bed te liggen en u kunt gewoon naar buiten als u zich goed genoeg voelt. Let erop dat u zichzelf niet overbelast.
  • Neem bij heftigere klachten een paracetamol. De pijnstiller kan wat pijn verminderen, maar helemaal afnemen doet de pijn niet. Zorg ervoor dat u de juiste dosering slikt, afhankelijk van uw leeftijd wordt er een bepaalde hoeveelheid aangeraden.

Om infecties te voorkomen, kunt u:

  • Een vaccinatie nemen voor ziekteverwekkers die u tegen kunt komen als u op reis gaat.
  • Goede hygiëne toepassen door regelmatig de handen te wassen met water en zeep en in de elleboog te niezen en hoesten.
  • Veilig vrijen met een condoom om soa’s te voorkomen.
  • Goed omgaan met water en voedsel. Wees alert op de houdbaarheidsdatum van voedsel en vermijd contact tussen rauw voedsel en voedsel wat klaar is om gegeten te worden. Zorg ook dat rauw vlees goed doorbakken is voordat u het eet.

Neem contact op met uw huisarts als:

  • U langer dan vijf dagen koorts heeft.
  • U zich heel erg ziek voelt.
  • Als u verschijnselen vertoont van uitdroging:
    • Donkere urine.
    • Hoofdpijn.
    • Verstopping (obstipatie).
    • Snelle hartslag.
    • Verwardheid.
    • Dorst.
  • U niet stopt met overgeven.
  • U niet of weinig kunt drinken.
  • U verward bent of een suf gevoel heeft.
  • U pijn heeft bij het plassen.
  • Er vocht komt uit uw penis.
  • U last heeft van vaginale afscheiding die er anders uitziet dan normaal.
  • U last heeft van pijn bij het vrijen.