Hiv

Hiv, ook wel Humaan immunodeficiƫntie-virus genoemd, is een soa (seksueel overdraagbare aandoening). Dit betekent dat het wordt overgedragen door onder andere onveilige seks. Hiv zorgt ervoor dat uw afweersysteem stap voor stap wordt afgebroken. Het afweersysteem beschermt u tegen virussen en bacteriƫn. Een aantasting van het afweersysteem kan daarom leiden tot symptomen en vervelende klachten. Zodra je afweersysteem zo erg verzwakt is en je lichaam zichzelf amper meer kan beschermen, spreek je van aids. Je kunt hiv krijgen door seks te hebben zonder condoom met iemand die hiv heeft en daar geen medicijnen voor slikt. Sommige mensen die besmet zijn met het virus, weten niet dat ze het hebben. Als iemand medicijnen krijgt voor hiv, kan deze niet een ander persoon besmetten door seks te hebben. Naast seksueel contact, kunt u ook hiv krijgen door bloedcontact. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Door naalden te gebruiken die een ander heeft gebruikt die besmet is met het virus.
  • In het buitenland een tattoo laten zetten met een besmette naald.
  • Doordat je bloed krijgt in een ziekenhuis in het buitenland. In sommige landen wordt bloed namelijk niet getest op hiv.

Ook kunnen vrouwen hiv doorgeven aan hun baby via moedermelk. In Nederland komt dit bijna nooit voor omdat alle zwangere vrouwen getest worden op hiv.

Als u besmet bent geraakt met hiv, kunt u griepachtige klachten krijgen. Dit wordt ook wel acute hiv genoemd. U kunt ook hiv hebben zonder last te hebben van klachten. Dan kan u later nog klachten krijgen, maar kunt u al wel gelijk hiv doorgeven aan iemand met wie u seks heeft. Ongeveer de helft tot driekwart van de besmette mensen, krijgt binnen twee tot vier weken klachten die bestaan uit:

  • Vermoeidheid.
  • Spierpijn.
  • Opgezette klieren in bijvoorbeeld de nek, oksels of liezen.
  • Hoofdpijn.
  • Koorts.
  • Keelpijn.
  • Een jeukende pukkelige huiduitslag.

Als u hiv heeft, is het belangrijk om zo snel mogelijk hiv medicijnen te slikken. Als dit niet gebeurt kunt u namelijk heel ziek worden en hiv ontwikkelt zich dan in aids.

Om hiv te voorkomen, kunt u het best veilig vrijen. Vermijd dus contact tussen de slijmvliezen van de geslachtsdelen, anus en mond. Zorg dat er geen sperma, voorvocht, bloed of vaginaal vocht op iemand anders zijn slijmvlies komt. Dit is de voornaamste manier waarop soa’s, dus ook hiv, worden verspreidt. Gebruik altijd een condoom en verwissel dit condoom als u eerst anale seks heeft gehad en dan vaginale seks wil hebben. Bij orale seks (pijpen of beffen) kunt u een condoom of beflapje gebruiken voor bescherming.

U kunt ook het medicijn PrEP gebruiken als u seks wilt hebben zonder condoom. Dit medicijn beschermt tegen het virus waardoor anderen niet besmet worden. Bespreek het gebruik van het medicijn goed met uw partner en vraag uw huisarts hierover om advies. Als u besmet bent met hiv kunt u hier niet meer van genezen, maar het is wel goed behandelbaar:

  • Slik hiv-medicijnen; hierdoor verminderen uw klachten en wordt u niet ziek. Dan wordt aids uitgesloten.
  • Laat u regelmatig controleren in het ziekenhuis.
  • Praat met naasten of lotgenoten over uw ziekte.

Bel de huisarts als:

  • U onveilige seks heeft gehad met iemand die hiv heeft.
  • Als u klachten van hiv heeft.
  • Als u een naald heeft gebruikt die vlak daarvoor door iemand met hiv is gebruikt.

Bespreek met uw huisarts of u zich moet laten testen op hiv. Doe dit zo snel mogelijk nadat u onveilige seks heeft gehad. Ook is het verstandig om u te laten testen op andere soa’s. Als u hoger risico loopt op een hiv besmetting, loopt u namelijk ook meer risico op andere soa’s.